Winterfestijn: vissen op baars op de rivierplassen met Devin Kant!
Met het korten van de dagen merken we dat de winter weer dichterbij komt, en dat vergt weer een verandering in de aanpak op jacht naar baars. In deze periode zijn de rivierplassen altijd een goede optie, en Devin Kant geeft in dit artikel uitleg over zijn visserij op deze wateren.
Met de naderende winter in het achterhoofd verandert ook de visserij met het verstrijken van het warmere seizoen. De vis ligt veel minder verspreid over het water, maar concentreert zich op plekken waar de temperatuur constanter is, en ook voedsel aanwezig is. Een voorbeeld van zo’n plek zijn de talrijke rivierplassen, die ooit zijn gebruikt voor zand- en grindwinning. Deze grindgaten zijn de gedroomde overwinteringsplek voor alle mogelijke vissoorten: geen stroming, vaak beschut tegen wind, diep en rustig. Vaak trekt de witvis er zo eind oktober het eerst in, maar de rovers volgen dan snel.. Devin Kant neemt ons in dit fraaie gastartikel mee in zijn wintervisserij op de Gelderse en Brabantse rivierplassen.
Tekst en foto’s: Devin Kant.
EEN TYPISCHE WINTERVISSERIJ
Het is een mooie, zonnige winterdag wanneer ik al vroeg tot mijn middel in het water van de rivierplas sta. Op deze compleet windstille ochtend geniet ik van alles wat er om me heen gebeurt: de serene rust wordt slechts onderbroken door een groepje luid gakkend overvliegende ganzen, en een ijsvogeltje dat van tak naar tak flitst. Ik verbaas me over de prachtige kleuren van het diertje. Met een zwiep werp ik mijn Carolina Rig in, en wanneer deze de bodem bereikt laat ik hem eerst even een paar seconden liggen. Na twee ‘sleepjes’ las ik weer een korte stop in, en wanneer ik het kunstaas weer in beweging wil brengen voel ik ineens weerstand. Voorzichtig breng ik spanning op de top, en inderdaad is het kunstaas gepakt. Met een stevige haal zet ik de haak, en aan het heftige kopschudden aan het andere eind van de lijn merk ik meteen dat ik een baars heb gehaakt! Na een prachtige dril komt een gigantische baars in het oppervlak, en voorzichtig breng ik de vis naar het net. Deze mag niet losschieten! Met een schreeuw van pure euforie weet ik de vis te scheppen, en wat is het een enorme bak! Niet voor niets siert deze prachtvis dan ook de cover van dit artikel! En ik neem jou graag mee in mijn wintervisserij, dus lees snel verder!
EEN BIJZONDER BIOTOOP
Grindgaten zijn een heel bijzonder biotoop. Ze zijn natuurlijk met zware machines aangelegd en ontgonnen, wat voor een heel bijzondere bodemstructuur zorgt. Niet alleen zijn ze in het midden vaak gigantisch diep, tot soms wel dertig meter, maar ook vind je in de oeverzones vaak hele grove structuren: kleiranden, verzonken bomen, mosselbanken: het zijn dé hotspots voor onze vriend de baars! Want waar bijvoorbeeld meerval en grote snoek niets van andere rovers te vrezen hebben, staat de baars niet bovenaan de voedselketen. Ook niet als ze heel groot zijn voor hun soort. Ze zullen dus nooit ver uit hun dekking gaan om te jagen, en die dekking kan natuurlijk van alles zijn. Zelf zoek ik vooral naar voorgenoemde mosselbanken, een groot abrupt diepteverschil, steile taluds of diepere kuiltjes vlakbij de kant. Ook verzonken bomen zijn ware magneten voor baars, net als voor andere roofvissen overigens. Je kunt gerust stellen dat elke opvallende onregelmatigheid kans biedt op het vangen van deze prachtige vissen, dus vis deze plekken echt heel secuur uit. De vis is immers relatief traag door het koude water, dus geef zo’n hotspot echt de tijd!
MATERIALEN
De visserij op de rivierplassen is een actieve visserij, waarbij je veel loopt en vooral waadt. Ik zeul dus niet teveel spullen mee naar de waterkant. Allereerst heb je natuurlijk een waadpak nodig, en gezien de tijd van het jaar adviseer ik hiervoor een dik neopreen waadpak. Dit zit immers een stuk warmer dan een PVC of Gore-tex model. Wel zo prettig. Een schoudertasje met wat onderlijnmateriaal, wartels, een onthaaktang en wat kunstaas en een waadnetje maken het leven makkelijk langs de plas. Ik neem altijd twee hengelsets mee: een lichte baitcaster voor de hardbaits (twitchbaits, crankbaits, chatter- en spinnerbaits), en een iets lichtere spinhengel voor de softbaits (shads, C-rig, Ned Rig etc.). Op deze hengel een lijn van 10/00 tot 14/00, en een onderlijn van een ruime meter 25/00 fluorocarbon. Het water in zo’n rivierplas is immers vaak kraakhelder, dus ze mogen echt niets zien qua onderlijn. Ook is fluorocarbon, in tegenstelling tot gevlochten lijn goed schuurbestendig, wat een prettige gedachte is wanneer je een flinke vis aan het drillen bent boven een mosselbank. Als kunstaas neem ik slechts een klein assortiment mee, want je hebt gewoon vertrouwen in bepaalde aasjes, en door teveel te wisselen heb je gewoon minder effectieve vistijd.
MIJN AANPAK
Wanneer ik aan de plas arriveer, is het vooral zaak om de boel niet te verstoren. Ik banjer dus niet meteen met veel kabaal het water in, maar maak eerst vanaf de kant wat worpjes in de oeverzone van de beoogde stek. Starten doe ik eigenlijk altijd met een twitchbait of een crankbait, want wanneer de vis lekker actief is levert dat dan snel actie op. Vaak wordt de vuistregel aangehouden dat de vis passiever is als het water kouder is, maar in mijn ervaring is dat niet altijd waar: wanneer een waterig zonnetje de boel ook maar iets opwarmt kunnen ze echt compleet losgaan, en dan bevis je met hardbaits veel sneller meer meters water dan met bijvoorbeeld de Carolina Rig. Een ander groot voordeel aan het inzetten van hardbaits is dat je letterlijk elke waterlaag kunt afvissen. Want ze zwemen wél vaak, maar niet altijd bij de bodem! Vissen met de twitchbait is echt een fantastisch spelletje: je werpt hem in, geeft een paar tikken met de hengeltop om hem wat op diepte te krijgen, en last secondenlange pauzes in tijdens het binnenvissen. Want juist tijdens zo’n ‘hangmoment’ volgt vaak de aanbeet. Of juist net erna, wanneer je met een tik je twitchbait weer in beweging brengt. De aanbeten zijn vaak niet te missen, maar soms ook extreem subtiel. Gewoon slaan op alles wat je voelt dus! Het kan echt een heel effectieve aanpak zijn!
SOFTBAITS
Wanneer er geen actie volgt op het toepassen van crankbaits en twitchbaits, en ik zeker weet dat er vis op de stek zit, zal de aanpak veranderd moeten worden. Van een relatief snelle presentatie naar juist een extreem trage. Hiervoor vind ik met name de Carolina Rig zeer geschikt. Je kunt hiermee eigenlijk weinig fout doen, behalve hem te snel binnenvissen! Traag, trager, traagst is het devies, want de vis is passief. Als ze actief waren geweest had je ze immers al aan de hardbaits gevangen! Werp de rig in en laat hem aan een strakke lijn naar de bodem zinken. En laat hem daarna maar gerust even liggen, want je maakt meteen al kans op een aanbeet. Gebeurt er niks? Dan sleep je je kreeftje of worm een stukje binnen, en last weer een pauze in. Want juist die pauze: dát is vaak het moment dat ze toeslaan! Belangrijk is om bij een aanbeet niet meteen uit te halen. Wanneer je voelt dat je kunstaas gepakt wordt is het zaak om de vis even de tijd te geven om het goed in de bek te nemen. Gaat je top krom: dan is dat het moment om met een ferme haal de haak te zetten! Niet alleen de Carolina Rig kan in deze periode fantastisch werken, maar probeer zeker ook eens de Ned Rig! Die kan soms enorm veel verschil maken. En vlak ook het ‘gewone’ shadje aan een loodkop nog steeds niet uit! Daar heb ik me afgelopen winter immers scheel aan gevangen! Zo zie je maar, het is een kwestie van experimenteren, proberen en zien wat op dat moment werkt. Maak er een mooie winter van!