Een visje meenemen voor de pan: no or go? Door Johan Struwe.
Zet jij je vis terug of eet je hem op? Het is een vraag die vaak steeds meer controverse oproept. Maar waarom? In dit opiniestuk vertelt visgids Johan Struwe zijn mening.
Recent kwam ik op de socials weer eens een discussie tegen over of het nog wel gepast is om vis mee te nemen voor de pan. Het blijft altijd wonderlijk hoeveel controverse hierover blijkt te bestaan, want het vissen met de hengel is van oudsher natuurlijk ontstaan uit de behoefte aan voedsel. Vis als voedsel welteverstaan.. Met het opkomen van de welvaartssamenleving na de tweede wereldoorlog was het niet meer nodig om te vissen voor voedsel, maar bleef wel de behoefte aan het (recreatief) vissen bestaan: het sportvissen zoals we dat kennen was geboren. Catch & release werd langzaam maar zeker de norm, maar is dat wel zo’n goede zaak?
Tekst en foto’s: Johan Struwe.
Waar het meenemen van gevangen vis in de zeevisserij zo’n beetje de norm is, is het meenemen van zoetwatervis voor eigen consumptie tot op de dag van vandaag een heikel punt in de scene. Het roept vaak sterke emoties op, en ergens begrijp ik dat ook wel. We genieten natuurlijk allemaal van de ontzettend goede visstand die Nederland momenteel rijk is, en in sommige visserijen zoals het karpervissen worden bepaalde grote vissen op een water zelfs van een naam voorzien. Dat vind ik persoonlijk al een beetje antropomorfisch worden eerlijk gezegd.. Zelf heb ik overigens geen last van dit dilemma, want ik lust al van kleins af aan geen vis. Ik moet het vaak uitleggen aan mijn gasten.. Was dit niet het geval geweest had ik beslist in ‘Kamp Meenemen’ gezeten, en ik ben volgens mij ook éen van de weinige gidsen die er geen probleem heeft, en het zelfs aanmoedigt als gasten een visje meenemen naar huis. En daar heb ik mijn redenen voor, ondanks dat dit maar zelden voorkomt.
ACTIVISTISCHE FIGUREN
Het zal niemand zijn ontgaan dat er momenteel nogal wat druk op onze passie staat vanuit extreemlinkse hoek. Met name de fanaten van de Partij voor de Dieren zetten alles op alles om vanuit hun (helaas) groeiende invloed het sportvissen verboden te krijgen, en slaagden daar al een paar keer bijna in. Het is aan de vertegenwoordiging van Sportvisserij Nederland én eigen initiatieven van particuliere sportvissers met een grote achterban te danken dat dit soort initiatieven tot dusverre in de kiem is gesmoord. Nog wel.. Want de laatste peilingen laten zien dat die gekke PvdD toch weer een paar zeteltjes erbij lijkt te gaan krijgen, en God verhoede dat ze dermate veel invloed gaan krijgen dat ze ook daadwerkelijk de status quo kunnen doen kantelen! Om dat te voorkomen, en dat ook juridisch te borgen is het van belang dat de sportvisserij altijd zal worden gezien als een manier om een lekker stukje zelfgevangen vis te kunnen bemachtigen. Anders wordt het natuurlijk heel makkelijk voor onze ‘vrienden’ om het op pure dierenkwelling te gooien. We hebben in Duitsland al gezien waar dit toe kan leiden: daar móet je tegenwoordig al je gevangen vis meenemen, op straffe van torenhoge boetes! Een werkelijk bizarre wet, maar inmiddels wél wel de realiteit daar.
DECADENTIE TEN TOP
Naast de politieke gevaren vind ik het consumeren van zelfgevangen vis ook een manier om de zweem van decadentie te ontwijken die er om onze prachtige sport hangt: investeren in een boot van een halve ton met alles erop en eraan om een vis te vangen, en die gevangen vis dan weer teruggooien is gewoon niet uit te leggen aan mensen die het minder hebben. Een goede vriend van me ging eens op vakantie naar Senegal, en monsterde daar aan op een bootje van lokale vissers om te proberen de befaamde captainfish te vangen. Toen dat eenmaal gelukt was duwde hij één van de bemanningsleden zijn iPhone in handen, liet zich uitgebreid met de vis fotograferen en kukelde hem vervolgens over de bootrand het water in. Hij werd zowat overboord gegooid! Het hele dorp had immers een week kunnen eten van die vis! Juist daarom moeten we dat argument niet tegen ons laten werken, of je nou wél of niet een visje wilt opeten: vissen is in de eerste plaats een vorm van voedselvoorziening, en dán pas hobby. In elk geval voor de buitenwacht.
DUURZAAM EN CIRCULAIR
Wat in ons voordeel werkt in deze, is de huidige maatschappelijke trend naar duurzaamheid, dierenwelzijn en circulariteit. Wildgevangen vis aan de hengel is de meest pure vorm van biologisch en duurzaam voedsel, want je vangt immers alleen wat je nodig hebt voor je maaltje. De vis heeft vrij in het open water rondgezwommen, en niet in de met hormonen en bestrijdingsmiddelen volgepompte tanks van een kwekerij. Het ultieme ‘scharrelvlees’ dus! Hetzelfde geldt overigens voor onze onze lotgenoten, die al langer (pun intended) onder vuur liggen: de jagers. De jacht en de sportvisserij zijn in mijn ogen onlosmakelijk met elkaar verbonden, waarbij wij sportvissers de keuze hebben om onze vangst mee te nemen of vrij te laten. Waar het eten van vis uit het binnenwater vroeger nog een soort Russische roulette was, met het ronduit smerige water van de jaren ’80 en ’90, is door de sterk verbeterde waterkwaliteit tegenwoordig niks meer mis met de vis die je vangt. En het is belangrijk dat we die mogelijkheid ook blijven behouden, ondanks de politieke bedreigingen van de huidige tijd.
Eet smakelijk!