Op naar de twee meter deel 13: we krijgen het steeds beter in de vingers!
Mijn jacht op mijn eerste tweemeterplus meerval vanuit de bellyboat gaat door, en gaandeweg leer ik steeds meer bij. Ook deze week weer. Lees snel verder!
Mijn eerste stapjes als bellyboatvisser op meerval: in deze meerdelige kroniek doet Johan Struwe verslag van zijn zoektocht naar een twee meter plus meerval in zijn gloednieuwe bellyboat. In deze serie volgen we het proces van opbouw, de visserij zelf en de zoektocht naar die droomvis. Lees hier deel 12, deel elf, deel tien, deel negen, deel acht, deel zeven, deel zes, deel vijf, deel vier, deel drie, deel twee, en lees hier deel één.
Tekst en foto’s: Johan Struwe.
Het is tijdens de vrijwilligersbijeenkomst voor de begeleiders van de jeugd-bellyboatdagen van Sportvisserij Zuidwest Nederland waar ik collega-meervalvisser Eric van der Hove ontmoet, en ik vraag hem of hij de vrijdag daarop zin heeft om mee te gaan de rivierplas op. Hij moest blijkbaar echter werken die dag. Tijdens het gezamenlijke avondeten na onze visdag belt zijn werkgever echter op dat hij eventueel ook vrij kan nemen die dag, want er is even weinig om handen. We spreken dus alsnog af die vrijdag, en waar Eric er op de plas zelf op gaat, ben ik voornemens om vanaf de noordoever van de aangrenzende rivier te vertrekken, en deze over te steken naar de plas toe. Dat scheelt immers een half uur rijden. Wanneer ik daar arriveer staat de rivier echter weer stevig te bulken, dus ik besluit alsnog om de pont te pakken om er zuidwaarts op te gaan. Ook Eric is net gearriveerd, en we begroeten elkaar op het water. Ik geef aan waar ik de meervallen verwacht, en ga op zoek. Eric zoekt toch nog op een andere plek, zonder resultaat. Meteen valt me op dat er weinig grote exemplaren zwemmen vandaag. Het houdt echt wel op met een metertje of 1.60. ‘Vroegah’ vond ik dat al heel wat, maar inmiddels laat ik steeds meer middelmaat-vissen bewust liggen, om zo de stek niet te verstoren wanneer zich wél een dikke bak aandient op het scherm.
WAAR ZIJN ZE?
We zoeken en zoeken, maar komen echt niks van het formaatje XL tegen. Eric ligt inmiddels een paar honderd meter verderop, en ik besluit toch maar om ook de middelmaatjes aan te gaan vissen. Ik wil immers wél wat vangen vandaag. Een paar meervallen vluchten voor de bellyboat of voor de shad, en dat heeft alles met het bladstille weer te maken. Het water is zo glad als een spiegel, en hoewel je dan wel heel precies kunt vissen vind ik dat niet optimaal: meervallen horen immers alles! Ik warm mijn handen even op aan de elektrische handenwarmer die Eric me heeft meegegeven (die moet ik ook maar eens aanschaffen!), en steek een sigaartje op. Even pauze. Ik beantwoord even wat appjes en mailtjes op mijn telefoon, en merk ineens dat de wind iets aantrekt. Nu staat er een mooie kabbel op de plas, dus ik besluit weer op jacht te gaan. Ik vis weer één van de grotere signalen die ik tegenkom aan, en doe dat echt perfect! Ik begin het spelletje met de shad echt goed in de vingers te krijgen, en dat mag ook wel na zoveel uren maken. Secondenlang hangt de shad letterlijk in de baarddraden van de meerval op het scherm, en ineens krijg ik weer die lekkere harde snok op de hengel! Ik sla raak, en merk gelijk dat ik de vis wat omhoog sla in het water met de zware hengel. Het is dus inderdaad geen grote. Toch geniet ik ook weer van deze dril! Meervallen zijn zó wild en woest tijdens het gevecht! Ik roep naar Eric, maar die ligt te ver weg om me te horen. Eenmaal de meerval in het oppervlak te hebben gekregen, word ik wederom op een koude douche getrakteerd door de wilde staartslagen van de vis. Daar mogen ze van mij best eens mee kappen, zeker in de winter! Ik schiet een kort filmpje met mijn vrije hand, pak de vis in de bek en haal de dreg uit de bek vandaan. Deze meerval meet ongeveer zo’n 1,40 meter, en dat was ook wel wat ik verwachtte toen ik hem op het scherm tegen kwam. Ik laat de vis weer zwemmen, en app het filmpje naar Eric. Daarna bel ik hem, en zeg dat hij beter bij me in de buurt kan blijven. Ik zit namelijk bovenop een hele kluwen meervallen, maar allemaal van ongeveer het zelfde formaat als de vis die ik net ving.
TAAIE BOEL
Inmiddels is Eric ook mijn kant op gekomen, en samen gaan we weer op jacht. Even later krijg ik nog een aanbeet, maar deze sla ik helaas mis. Nog steeds komen we allebei niks echt groots tegen, en dat verbaast ons: deze plas staat immers wel bekend om zijn grote meervallen, en ik heb er tijdens eerdere sessies al twee keer een absoluut monster aan gehad hier. Maar vandaag blijken ze spoorloos. Het is nog steeds stralend weer, maar de wind trekt inmiddels wel aardig aan. Dat had ik liever andersom gezien eerlijk gezegd: ik heb toch de indruk dat ze met bewolkt weer langer actief blijven. Toch wemelt het rond het middaguur nog van de meervallen op half water, maar er gebeurt iets geks: ik weet menig vis werkelijk perfect aan te vissen, van staart naar kop en dan tussen de baarddraden laten zakken, maar er volgt geen reactie. Geen aanbeet, geen vluchtreflex. De vis lijkt de shad compleet te negeren, tot ik er vanaf waai. Dat heb ik eigenlijk nog niet eerder meegemaakt tijdens mijn avonturen.. Ondertussen slaat Eric nog een keer vast op een vis, maar deze schiet na een paar seconden drillen los. Da’s balen. Om een uur of twee besluiten we eraf te gaan en nemen we afscheid. In de auto naar huis zit ik me af te vragen waarom die shad nou ineens genegeerd werd.. Later op de avond zie ik een post van Bjorn Janssen op Instagram, met daarbij de begeleidende tekst dat het wisselen naar een raar type shad de doorslag gaf om wat te vangen. Dat doet mijn hersentjes kraken.. Sinds ik aan dit ‘project’ ben begonnen, vis ik steeds met één en dezelfde shad. Een Berkley Sick Vamper V-staart van 25 centimeter, die ik heb afgeknipt om hem mooi op de 180-grams loodkop te laten aansluiten. Het ding is inmiddels al aardig gehavend, want naast een mooi rijtje meervallen heb ik er ook nog twee absolute kastelen van snoekbaarzen aan gevangen. Ik zal mijn arsenaal aan shads dus moeten gaan uitbreiden met meerdere types en formaten, en daar dus ook wat mee moeten gaan wisselen als aanbeten uitblijven. Weer wat geleerd..
VARIËREN GEBLAZEN
Ik duik eens in de vele tackleboxen in mijn boot, en duik daar wat andere grote shads op. Zo kom ik onder meer de mij welbekende Savage Gear Monster Slug tegen. Aan deze iets grotere V-staart heb ik vanaf de boot al heel wat kleinere meerval gevangen in de wintermaanden. Deze shad is niet alleen een stukje langer dan de Berkley shad, maar heeft ook een ronder lichaam en een doffe ratel. Tevens kom ik ook zijn schoepstaart-broertje de Monster Shad tegen. Nu heb ik wat te kiezen, en het is wachten op de volgende sessie. Ondanks het mooie weer gaat het vandaag niet lukken, want ik moet om kwart over negen bij de mondhygiëniste zijn. De rest van de week lijkt de wind te hard te zijn, maar toch hou ik het in de gaten: ze hebben het wel eens vaker mis, en ik heb één stek waar ik bij de verwachte noordenwind in de luwte kan liggen. Zoals de vlag er nu bij hangt zal ik het daar een paar uurtjes gaan proberen. De kans op een tweemetervis is daar erg klein, het grootste is daar een beetje rond de 1.50 wat er rondzwemt, maar ik wil mijn hypothese testen dat wisselen van kunstaas lonend is. Doordat ik aan dit kunstaas daar al talloze meervalletjes heb gevangen, en er dus vertrouwen in heb, monteer ik de Monster Slug als eerste aan de hengel. Ik knip een stuk kevlar van een meter af, knoop daaraan eerst de Madcat T-treble dreg middels een Palomarknoop (sterker wordt het niet!) en monteer een stukje rigtube om de knoop goed te fixeren. Ik knip de shad weer af om hem mooi op de loodkop te laten aansluiten en lijm deze vast met secondelijm. Daarna prik ik de dreg op de gewenste plek in de shad, haal de onderlijn door het oog van de loodkop, maak een lus en haal het uiteinde hier doorheen. Zo’n halve steek maak ik twee keer. Waarom deze montage? Als je je stinger en je onderlijn allebei apart aan het oog van de loodkop knoopt, en deze bezwijkt tijdens een harde dril ben je je vis kwijt. Nu blijft de onderlijn/stinger één geheel. Een aanrader dus om deze zo te monteren! Ik ga met mijn volle gewicht in alle gelegde knopen hangen, want ik wil zeker weten dat ze perfect zijn. Als ik me daarvan heb verzekerd berg ik de hengel weer op in de bus. Tijd om snel weer te gaan strijden!
VAN THEORIE NAAR PRAKTIJK
De volgende ochtend valt de wind nog redelijk mee, maar deze zal later op de dag vanuit het westen flink gaan aantrekken naar 4 BFT. Ik kies er dus voor om tóch naar de grote plas te gaan, maar zal dus op tijd moeten zijn daar om enigszins windluw te kunnen vissen. Vrijwel meteen nadat mijn vrouw richting kantoor gaat spring ik ook in de bus, en een kwartiertje verder sta ik weer aan de opstapplek. Tijd om eens te kijken of mijn theorie ook in de praktijk werkt! Het is een stukje varen naar de meervallenstek, en wanneer ik de eerste vis tegenkom drop ik deze weer perfect aan. Weer een beuk op de hengel, en een meervalletje van zo’n 1.20 meter mag even op de foto vanuit de hand. Een tweede aanbeet van een soortgelijk visje mis ik, en de derde aanbeet sla ik wél raak. Twee meervallen en een misser in nog geen uurtje tijd; het experiment lijkt te slagen! Ik zie een forse snoekbaars onder de bellyboat door zwemmen, en vis deze ook aan. Pats, hangen. Het kan niet op! Snel zoek ik weer verder, maar kom wéér niets groots tegen. Waar ik enkele weken geleden toch wel minimaal vier tweemeterplus vissen tegenkwam op het scherm, staat de teller de laatste twee ochtenden op nul. Ik vraag me af waarom, en realiseer me dat ik hier natuurlijk al heel wat keren ben geweest de afgelopen tijd, veel vissen heb gevangen, gemist en verspeeld, en dat ze wellicht hier even rust nodig hebben. In elk geval rust van mij. Want ik ben ze inmiddels al wekenlang een ochtend of drie per week aan het opjagen, en meerval is nu eenmaal niet achterlijk..
CHANGE OF PLANS
Intussen wissel ik nog een paar keer van shad, maar de vis is ook resoluut gestopt met bijten in het daglicht. Het wemelt letterlijk van de meervallen onder me, maar wanneer ik een vis aanprik is de reactie steeds hetzelfde: secondenlang hangt de shad precies goed voor de bek, en daarna sprint de vis ervandoor. En dat na twee meerval-aanbeten in korte tijd in de schemer. Ik zal een ander plan moeten bedenken, en doe dat dan ook: de volgende sessie ga ik weer terug naar de benedenrivieren. Maar daarvoor zal ik even geduld moeten hebben, want de komende dagen staat er windkracht 4 tot 6 voorspeld, en dan is vissen op dat supergrote water kansloos. Ik weet precies wat daar de winterstekken zijn, en ik weet ook dat de meerval daar vaak de hele dag actief blijft. Ik zal die sessie dus niet alleen een ochtend, maar een hele dag gaan vissen. Ik check de Windfinder app, zie dat de wind op een bepaalde dag wegvalt en blok deze dag meteen vrij in de agenda. Daar zal het moeten gaan gebeuren. Op de kleine en de grote rivierplas kan ik in de tussentijd altijd even een paar uurtjes mijn niet aflatende vangdrang bevredigen, maar die vis van boven de twee meter; die zal daar op dit moment niet vanaf gaan komen..
Wordt vervolgd!