Op naar de twee meter deel 9: achtervolgd door rampspoed!
Mijn jacht op mijn eerste tweemeterplus meerval vanuit de bellyboat gaat door, en gaandeweg leer ik steeds meer bij. Ook deze week weer. Lees snel verder!
Mijn eerste stapjes als bellyboatvisser op meerval: In deze meerdelige kroniek doet Johan Struwe verslag van zijn zoektocht naar een twee meter plus meerval in zijn gloednieuwe bellyboat. In deze serie volgen we het proces van opbouw, de visserij zelf en de zoektocht naar die droomvis. Lees hier deel acht, deel zeven, deel zes, deel vijf, deel vier, deel drie, deel twee, en lees hier deel één.
Tekst en foto’s: Johan Struwe
Het is de afgelopen week behoorlijk druk geweest met gidsdagen, en aangezien de meerval op mijn gidsstekken inmiddels weer is verdwenen naar de overwinteringsplekken, ligt de focus daarbij weer op de ‘gewone’ roofvis. Ik heb dus deze week erg weinig tijd in de bellyboat kunnen doorbrengen, want na een gidsdag ben ik dermate afgedraaid dat nog een avondje erop er echt niet meer in zit. Ik ben overigens sowieso niet zo’n fan van vissen in de avond: het gooit mijn slaapritme behoorlijk op zijn kop. Doe mij dus maar de vroege ochtend. Beter. De zondag echter, zouden we met het roofvisteam van Hengelsport Zaltbommel een video op dezelfde stek gaan schieten, en daar keek ik naar uit! Op het laatste moment bleken de mede-teamleden allemaal óf ziek of verhinderd te zijn, dus alleen Cindy en ik bleven uiteindelijk over. En aangezien Cindy ook nog eens haar zieke dochter Nicky moest afzetten, startten we uiteindelijk veel te laat. Zeker gezien de omstandigheden: geen wind, felle zon en stervensdruk met visboten die op de stek aan het rondracen waren. Ik zag de bui al hangen, en mijn voorgevoel klopte ook: de paar vissen die ik op dit late tijdstip nog kon aanvissen vluchtten allemaal weg zodra de shad bij de kop kwam.. Kortom, snel er weer af, en ik besloot ter plekke om het de (vroege) ochtend erop alsnog te gaan proberen. Maar ik had buiten de waard gerekend..
DIKKE PECH
Terwijl ik de wekker om vier uur s’ochtends heb gezet, ben ik alweer ruim van tevoren klaarwakker. Net als elke dag dat ik met de bellyboat op pad ga. Er gebeurt immers altijd wel íets op zo’n vroege ochtend, en steeds leer ik weer een stukje meer en doe ik een stukje meer ervaring op. Vlieguren maken is in deze visserij immers het devies, en ik heb het geluk om middenin het epicentrum van de Nederlandse meervalvisserij te wonen: het rivierengebied, met al zijn rivierplassen. De meerval is dus nooit ver weg, welk seizoen het ook is! Om kwart voor vijf leg ik mijn telefoon, doosje sigaartjes en mijn aansteker op de bijrijdersstoel, stap in de bus en wil hem starten. Maar helaas: de accu heeft de geest gegeven na de koude nacht. Ik krijg een lumineus idee: ik pak één van de lithiumaccu’s van de bellyboat, sluit mijn startkabels erop aan, zoek met mijn hoofdlamp aan onder de motorkap naar een massapunt om de zwarte kabel op te zetten en zet de rode kabel op de stroomaansluiting van de startmotor. Helaas werkt dit nét niet goed genoeg om de zware dieselmotor te starten, maar nog erger: op één of andere manier zijn ook de deuren van de bus op slot gegaan, mét de sleutel nog in het contact en mijn telefoon en rookwaren nog aan boord! Daar sta je dan om vijf uur in de ochtend, ook buitenshuis gesloten omdat ik de deur al achter me op slot had gedraaid… Vrouwlief ligt nog minimaal een uur of anderhalf op één oor, en ik zie het woedende chagrijn al levendig voor me wanneer ik haar bruusk uit haar slaap zou halen met de deurbel. Ik ben voor nu gewoon uitgespeeld. Ik besluit maar om een paar kilometer door de donkere nacht naar de benzinepomp te lopen voor een nieuw doosje sigaartjes en een aansteker, en bij thuiskomst onder de serre weer af te wachten tot mijn vrouw wakker is. Eenmaal weer binnen ga ik op zoek naar de reservesleutel, maar deze blijkt onvindbaar. Ik berust in mijn lot en bel de Wegenwacht om me uit de brand te helpen. Deze is een uurtje later ter plaatse, en weet met een opblaaszakje en een lange ijzerdraad de deur weer open te krijgen. Nadat de bus weer is opgestart rij ik naar de lokale accuboer, koop en monteer ter plekke de nieuwe accu en dus ben ik in elk geval weer mobiel. Maar het momentum van de schemerige ochtenduren is inmiddels voorbij. Ik besluit om de rest van de dag voor Viswereld aan de slag te gaan, en om drie uur in de middag alsnog erop te gaan om zo een stukje avondschemering mee te pakken. Wie weet lukt het dan alsnog!
IN DE HERKANSING
Als absoluut ochtendmens kies ik er vaak voor om in de vroege ochtenduurtjes op pad te gaan op de meerval. Ik vis dus vrijwel nooit in de avond, en heb werkelijk geen idee wat ik daarvan kan verwachten. Waar ik inmiddels gewend ben om in het pikkedonker de boot op te bouwen en te water te gaan, is het nu klaarlichte dag. Wel makkelijk zo, maar we moeten helaas aan het eind weer de omgekeerde weg bewandelen. En dan dus in het donker. Ik bouw de bellyboat af, laat hem van de dijk naar beneden glijden en plaats daarna de twee accu’s. Snel ga ik te water, en snor weer af op het welbekende strijdtoneel. Na alle gemiste aanbeten van de afgelopen tijd heb ik op advies van Freek Janssen een grotere 3/0 dreg op de shad gemonteerd, en met een verbogen en met superlijm vastgezet nietje heb ik een systeem op de dreg gemaakt waarmee alledrie de dregpunten vrij zijn. Het blijkt in de praktijk perfect te blijven zitten tijdens het vissen, maar schiet ook zó de shad uit bij een eventuele aanbeet. Er zijn weliswaar dreggen op de markt, van BKK en Quantum, die al zulke pinnetjes af fabriek gemonteerd hebben, maar dit zijn dundradige haken, bedoeld voor snoek. Totaal niet geschikt voor de veel en veel sterkere meerval dus. Nu kan ik gewoon met een oersterke dreg van Big Cat Hunter vissen. Ik grinnik om mijn eigen inventiviteit en ga snel op zoek naar vis.
ZWEMMEN ALS GEKKEN
Al snel kom ik de eerste vissen tegen, maar het zijn er een stuk minder dan tijdens mijn eerdere ochtendsessies op deze stek. En wat opvalt: ze zwemmen rond als gekken! Ik moet soms echt achter vissen aan racen, en daardoor lukt het me vaak niet om ze perfect aan te vissen. Bij de vissen waarbij dat wel lukt volgt de standaard-reactie: zodra de shad bij de kop komt, vlucht de vis snel weg. Het frustreert me mateloos! Ondertussen zakt de zon achter de horizon, en wordt het donker (en ijskoud!). En waar ik had verwacht dat er dan juist meer vissen zouden verschijnen, worden het er juist steeds minder. Na uiteindelijk eenhalf uur te hebben rondgevaren boven de normaal zo goede stek besluit ik het (veel) ondieper te gaan zoeken. Ik speur de taluds af op alle mogelijke dieptes, en kom daar nog een fors exemplaar tegen die ik perfect weet aan te vissen. Maar weer volgt de zelfde reactie: shad bij de kop, weg… Mijn hersenen draaien ondertussen overuren, terwijl ik weer lang naar een leeg scherm zit te kijken: komt het door de oostenwind en de felle zon gedurende de dag? Is de vis misschien weer terug de rivier opgezwommen om daar te jagen? Wat me opvalt is dat er vandaag enorm veel gasbellen uit de bodem opstijgen. Mijn hele scherm zit er vol mee, en overal om me heen zie ik belletjes op het water. Dit heb ik daar al eens eerder meegemaakt, en ook die ochtend heb ik geen beet gehad. Ik probeer verbanden te leggen, puzzelstukjes in elkaar te laten passen en deze vanaf het prille begin bizar slechte dag alsnog een positief einde te geven. Maar het is tevergeefs.. Nergens kom ik meer vissen tegen. Het is inmiddels over achten, pikdonker en ik geloof het wel. Ik kies voortaan weer voor de ochtendsessies. Ik weet dan namelijk precies waar ze zitten en wat ze doen. Ik weet dan dat ik vanaf de start om een uurtje of zes tot (hooguit) een uur of één in de middag kans heb op een aanbeet, en dat het feest daarna over is. Lekker overzichtelijk. Daarnaast vind ik het echt veel prettiger om van donker naar licht te vissen. Voor de zoveelste keer accepteer ik mijn blank als een vent, en zet in het donker koers naar de opstapplek. Terwijl ik de bus alvast laat opwarmen sleep ik de hele spullenboel weer naar boven, en laad alles in. Thuis wacht een lekkere Rioja op me, en die gaat erin als God’s woord in een ouderling.
OBSESSIE
Langzamerhand begin ik te merken dat deze visserij, die zo extreem taai en moeilijk is een obsessie begint te worden. Inmiddels spring ik zowat elk vrij uurtje in die bellyboat, en resultaten blijven maar uit. het frustreert me, ik lig er wakker van en ik kijk soms met enige jaloezie naar de mannen die het wel lukt. En jaloezie is in mijn ogen een vreselijke eigenschap.. Ik ben van mening dat je een obsessie alleen onder controle kunt houden door er even afstand van te nemen, en dat is precies wat ik ga doen: morgen ga ik met maatje Joris een dag ‘gewoon vissen’. Gewoon met de boot, gewoon op snoekbaars en wat verder nog wil bijten. Want ik heb na een aantal euforische dagen met al dan niet gemiste aanbeten, en de vangst van mijn nieuwe bellyboat-PR even het gevoel dat ik van het juiste pad af ben geraakt. Even wat anders dus, want ook de woensdag zal ik niet te water gaan. Ik zit dan met Arca in België om tafel om hun nieuwe contentplanning te bespreken, samen met Brasemkoning Jelle Zwijnenburg. Wanneer we het weer gaan proberen? Dat laat ik even van mijn voorgevoel afhangen, want vaak heeft dat gelijk.. Maar strijden; dat blijven we doen de komende winter!