Feedervissen op de Waal: kans op van alles! Door Cindy Horstman.
De Waal is onze meest woeste rivier, en een schatkamer voor de verwende feedervisser! Hier maak je immers kans op een boel soorten. Maar hoe pak je het aan? Lees snel verder!
Feedervissen op stromend water is sowieso vaak al uitdagend, maar op de Waal is alles nog nét een tandje uitdagender! Want geen Nederlandse rivier is zo woest als de Waal! Harde stroming, geen beschutting tegen de wind en bizar drukke scheepvaart maken deze rivier tot een stek die altijd in beweging is. Maar de beloning kan dan ook groot zijn! Want de bizarre omstandigheden op deze rivier zorgen ervoor dat de vissen erin gehard en beresterk zijn! En daarnaast kom je hier ook een grote rijkdom aan soorten tegen. Vissen die je vrijwel nergens anders tegenkomt. Wat denk je van de barbeel en de blauwneus bijvoorbeeld? In dit artikel help ik je op weg om zelf ook eens deze brute bak water te ervaren. Maar pas op! Het is verslavend!
Tekst en foto’s: Cindy Horstman/Hans Wijkhuizen.
Het is elke keer weer een gesleep van alle spullen vanaf de auto naar de stek.. Met moeite krijg ik alle benodigde materialen over de prikkeldraadhekjes in de uiterwaarden gesleept, en eenmaal op de stek zweet ik als een otter. Maar het is de moeite allemaal waard geweest! Want hoe lastiger te bereiken de gekozen stek is, hoe minder hengeldruk immers! Hoewel hengeldruk aan deze rivier überhaupt niet zo’n issue is. Het is immers niet bepaald het makkelijkste water! Gierende stroming, drukke scheepvaart en de altijd aanwezige wind zorgen ervoor dat menig feedervisser rustiger oorden opzoekt voor zijn of haar sessie. Ik niet. Ik ben verslaafd aan de uitdaging en aan de harde drils met de beresterke vissen van dit water! De Waal is echt next level witvissen, met soms nog bijzondere vangsten op de koop toe! Zo ving ik onlangs voor het eerst een blauwneus (Vimba Vimba), een exoot vanuit het stroomgebied van de Donau, de net als zoveel andere vissoorten door het Main-Donaukanaal hierheen is gekomen. Niet extreem zeldzaam meer inmiddels, maar toch heel speciaal!
Voor mij een hele bijzondere vangst: een heuse blauwneus!
KIES JE STEK ZORGVULDIG
Het succes van een dag feedervissen op de Waal valt of staat natuurlijk met de stekkeuze. Als er immers geen witvis zit, kun je ze ook niet vangen.. De meeste witvis is er geen fan van om in de harde stroming te liggen, dus het is zaak om plekken te vinden die buiten de stroomnaad liggen: kribvakken, nevengeulen, mondingen van rivierplassen, het kunnen allemaal goede stekken zijn! Vaak leggen we de ene hengel bij de kribkop achter de stroomnaad, en de andere hengel dieper het kribvak in op het ondiepere water. Zo wed je op meerdere paarden. Komen er alleen aanbeten op één van deze hengels? Dan verplaatsen we de andere natuurlijk ook in die richting. Het voordeel van stromend water is natuurlijk dat er stroomafwaarts van je stek een voerspoor ontstaat, wat vissen van heinde en verre weet aan te trekken. Het kan even duren, maar uiteindelijk zullen ze je aas weten te vinden! Het is belangrijk om met regelmaat een nieuwe korf te brengen, zodat je altijd grondvoer op je stek hebt.
Eenmaal vis op de stek kan het hard gaan!
HET JUISTE MATERIAAL
Je zult vast begrijpen dat je op een water als dit niet met licht materiaal aan de slag moet gaan. Niet alleen vanwege de sterke stroming, maar ook vanwege de grote en sterke vissen die je hier kunt treffen! Geloof me: een dikke winde of barbeel gaat je materiaal echt tot op de limiet testen! Ze duiken volle bak de stroming in, en maken daar maximaal gebruik van! Kortom: stevig spul is het devies! Als hengel gebruik ik een zware feederhengel met een werpgewicht van 150 gram in een lengte van 3,90 tot 4,20 meter. Je wilt immers flinke afstanden kunnen werpen, dus die lengte heb je wel nodig. Op die hengel een molen uit de 4000- of 5000 serie, opgespoeld met 16/00 gevlochten lijn. Voor de montage van de korf gebruik ik een schuifsysteem, waardoor de vis zichzelf op het gewicht van de korf haakt. Je zult begrijpen dat dat knallers van aanbeten oplevert! De onderlijnen zijn kant en klare onderlijnen van Ctec in de diktes 16/00, 18/00 en 20/00. Had ik al gezegd dat het stevig materiaal moet zijn? Deze onderlijnen zijn standaard een meter lang, en dat is een prima startpunt. Maar als ik veel aanbeten mis, kort ik hem in. Soms wel tot maar een centimeter of zestig lang. Dan blijft er vaak wat meer hangen. Haakmaat is 16 of 18. Als voerkorf gebruiken we anker- of tunnelkorven van 60 tot 100 gram. We laten de hengel rusten op een standaard feedersteun. Staat er veel wind zetten we die met de top laag, bij weinig wind met de top hoog. Zo heb je altijd de optimale beetregistratie. Die toppen zijn overigens in de gewichten 2 en 3 ounce. Bij winderige dagen nemen we ook een 3 ounce fast taper top mee. Die is net even wat strakker dan een normale top, dus je hebt minder door de wind veroorzaakte ‘schijnaanbeten’.
Zwaar en sterk is het devies!
Moeilijk op de foto te zetten, maar dit is mijn zelfhaaksysteem. Doordat de wartel waar de korf aan komt te zitten zo’n twintig centimeter vrij kan schuiven, zwemt de vis zichzelf vast.
GRONDVOER EN HAAKAAS
Door de stroming zijn we gedwongen om wat zwaarder voer te gebruiken. Te licht voer wordt immers zó meegenomen door de harde stroming. Een beetje leem doet wonderen om alles wat langer op de plek te houden, en tegenwoordig gebruik ik ook speciale korrels van Traper door het voer, die een stuk zwaarder zijn, en dus wat langer blijven liggen. Desondanks is het op dit water belangrijk gewoon regelmatig een nieuwe korf te brengen, om zo een mooi geurspoor naar de stek te laten ontstaan. Zo’n beetje elke minuut een nieuwe korf is hiervoor een mooie vuistregel. Wat mij opvalt is dat wanneer ik pieren door het grondvoer knip, ik met name brasems vang. Meng ik er maden door, dan vang ik voor en winde. Het kan toeval zijn, maar het is wel opvallend! Dat geldt overigens net zo voor het haakaas: wormen leveren brasems op, maden en casters winde en voorn. Beide geen straf overigens! Op de Waal gebruik ik toch het liefst natuurlijk aas, en ga ik minder snel met bijvoorbeeld hookbaits aan de gang. Da’s meer iets voor op de commercials en vijvers.
Handige, zware voerkorrels die wat langer op de stek blijven liggen in de stroming
KLAAR VOOR ACTIE!
We hebben inmiddels alles klaargemaakt voor de visdag, en de korven van Hans en mij gaan voor het eerst te water. We moeten de vis duidelijk naar ons toe lokken, dus we brengen een aantal korven met grondvoer achter elkaar. Al snel gaat de top van Hans krom, en meldt zich na een pittige dril een forse winde! Wat geven die toch een gevecht af! Ook ik mag een flinke winde, een roofblei-winde hybride en wat brasems verwelkomen, en ook bij Hans blijft de teller gestaag doorlopen! We zitten duidelijk bovenop de vis, en we hebben de grootste lol! Elke keer wanneer een vrachtschip met zijn zuiging passeert vliegt wel één van onze toppen krom, want dat lijkt wel hét moment om extra alert te zijn. Feedervissen saai? Vergeet het maar! Hier op de Waal is feedervissen een geweldig avontuur, met supersterke en grote vissen van meerdere soorten, veel actie en een extreem ruige omgeving. Daar is niets saais aan!
Feedervissen op de Waal is altijd een avontuur!