De karper (Cyprinus Carpio) is een van oorsprong uitheemse vis, die in de middeleeuwen vanuit China naar Nederland is gebracht door monniken voor consumptie. Thans is de karper een veel voorkomende vissoort in de Nederlandse wateren, met een grote schare fans. De karper kan een lengte van ruim boven de meter met een gewicht van meer dan dertig kilo bereiken, en komt in meerdere variëteiten voor. Zo heb je de spiegelkarper, de schubkarper, de lederkarper en de koikarper. Deze laatste soort wordt vaak vanuit vijvers op het open water gedumpt, en komt in allerlei opvallende kleuren voor. Net als bijvoorbeeld de brasem, voedt de karper zich door met zijn uitstulpbare bek de bodem om te woelen, op zoek naar kleine ongewervelde bodemdiertjes. Dit gaat vaak gepaard met grote stofwolken en bellensporen in het water. De karper is te vangen aan maiskorrels, wormen, boilies en pellets. Karpers zijn met name geliefd om hun forse kracht tijdens de dril, en zijn zowel statisch (met beetmelders) als actief (met pen of drijvende korst) te vangen. Ook de Methodfeeder is tegenwoordig zeer populair voor het vangen van karper.