Een persoon knielt naast een grote vis die op een mat bij een watermassa is geplaatst, omringd door visgerei, wat de geest van snoekvissen belichaamt. De scène roept de passie en expertise op van toegewijde vissers als Krijn van Urk.

Snoekvissen, maar dan voor een uurtje! door Krijn van Urk.

Wat zijn we bij Viswereld blij met onze auteur Krijn van Urk! Met zijn kenmerkende, levendige schrijfstijl neemt hij je echt mee op avontuur! Ditmaal in een leuk artikel over korte sessies op kleiner water. Lees snel verder!

Een persoon meet een grote vis op een mat naast een vijver, met visgerei en een net in de buurt op het gras, wat doet denken aan de klassieke snoekvissen-stijl die Krijn van Urk zou kunnen waarderen.
Even een ‘uurtje’ erop uit: het worden toch vaak meerdere uurtjes..

De tijd van het vissen op snoek, ongeacht de techniek of wijze, is inmiddels in volle gang. Ook de visserijen op andere roofvissen trouwens, maar… Het vissen op snoek is toch echt wel een herfst- en wintervisserij met hartstochtelijke, ja zelfs gepassioneerde, fanatieke liefhebbers voor het bevissen van deze vissoort. Zo ook ikzelf, maar dat is inmiddels wel bekend. Ik wil het echter nu niet hebben over grootwater/havenvisserij met allerlei grote zaken die erbij komen, zoals boten, fishfinders en wat doodazen betreft: cradles, rodpods, flinke stevige stokken etc. Nee, wat ik bedoel is: een leuk watertje vlakbij huis opzoeken, een tochtje, plas of singel zowat om de hoek van je huis om even, bijvoorbeeld vlak voor het eten of even voordat het donker wordt ‘voor een uurtje’ kijken of we snoek kunnen vangen. Dat kan uiteraard met kunstaas of doodaas. Ikzelf kies ditmaal voor doodaas, omdat er én overal nog gigantische rietkragen staan, veel onkruiden staan nog flink hoog en dus ik ben afhankelijk van een plekje naast een bruggetje of waar toevallig een open stukje is. Ik vind het eenvoudigweg heerlijk om dergelijke plekjes goed uit te millimeteren, en dat kan ook gewoon in dat uurtje tijd. Heel vaak is dat lonend, want de plekken die ik ga bevissen, en dat komt er straks van, wil eigenlijk negen van de tien keer wel een snoekje opleveren. Meestal ligt het formaat tussen de veertig en tachtig centimeter met heel soms, omdat het water via-via in verbinding staat met groot water, de kans dat er een ‘goeie’ tussendoor loopt. 

Tekst en foto’s: Krijn van Urk.

LICHT EN MOBIEL

Wat neem ik mee? Wel, omdat ik maar een uur, hooguit anderhalf uur ga, alleen het hoognodige. Geen gesjouw met kolossale netten, cradles, rodpods en dergelijke. Een goed formaat rubber gecoated schepnet met telescopische steel, een struinmatje en een tasje met onthaak- en kniptang, een doosje met een paar dobbertjes, doosje loodjes, vier dregjes maatje 3 en wat stalen onderlijntjes van ca 45 centimeter. En uiteraard een hengel plus molen. De hengel die ik hiervoor erg graag gebruik is een oude, maar zeer goed onderhouden Hardy Richard Walker Avon van glasvezel, met een volledig kurken handvat met reelringen. Deze hengel heeft een vermogen van circa 1,5 lbs, is 3.30 meter lang, volledig parabolisch van actie en heeft ruim voldoende body om een vis goed te drillen en de haak te kunnen zetten. Op die hengel kom ik later nog terug want daar zit een verhaaltje achter. De molen die ik gebruik is een Daiwa 2500 met daarop een gevlochten lijn van 20/00 bij 22 lbs trekkracht. Dit hele spul is voor mijn ‘uurtjesvisserij’ stevig genoeg, want én de vis waarop ik mijn zinnen gezet heb, én het feit dat een gehaakte vis nergens onder gevaarlijke plekken kan duiken maken dat het volkomen verantwoord is om dit materiaal in te zetten. En de gevlochten lijn snijdt moeiteloos door planten want die zijn inmiddels door het afsterven toch al boterzacht. Meestal neem ik maar een stuk of drie aasvisjes mee, zeker als ik bijvoorbeeld van de vorige keer nog wat over heb. Die komen uit de vriezer, zijn zo ontdooid en het is meer dan genoeg. Met deze visserij ben ik met een enkele snoek, ongeacht het formaat al heel tevreden. Dit alles kan ik met gemak op mijn fiets vervoeren, en zo fijn wat plekjes afstruinen. Kwartiertje hier, kwartiertje daar, en zo pak je in een uur toch vier mooie plekken!

Een persoon met een pet en een bril houdt een vis vast met zijn bek open. Hij staat op een pad omgeven door groen.
Ook aan deze formaatjes kan ik gigantisch veel plezier beleven!

WE GAAN OP PAD!

Maar kom, we hebben genoeg gekletst. We gaan naar het water! Binnen vijf minuten ben ik bij de eerste stek: een betonnen bruggetje die de singel overspant zonder pijlers. Er staat hier zo’n negentig centimeter water, dus ik stel mijn dobber (eigenlijk dobbertje, want het is een knikkertje van twee centimeter doorsnede met een felrode antenne en een fluorescerend gele body) goed af. Het dingetje heeft maar vijf gram lood nodig, en met een aasvisje eronder is lood niet eens nodig. Het gewicht van de dode aasvis is al genoeg. Weerstand is er niet, want bij de minste of geringste aanbeet is dat knikkertje wel verdwenen. Overigens: het formaat aasvis wat ik hier gebruik is circa twaalf centimeter, en dat komt mede omdat het hier stikt van de aasvis van dat formaat. Zou je hier met een aasvis van 25 centimeter aan de gang gaan: ik wens je succes, maar de kans is gering. Bovendien moet je dan ook je materiaal erop aanpassen, en dat is hier gewoon veel te lomp en te zwaar. Ik heb mn spulletje opgetuigd, aasvisje bevestigd en met een onderhandse zwaai komt het spul rustig onder de brug terecht. Er staat een beetje trek in het water, maar dat is juist genoeg. De aasvis kan dan op diverse afstanden over de plek afgevist worden. Ik zit inmiddels een kwartier, heb de plek een keer of zes afgedrift en bevist, maar helaas geen actie. Het wordt hem niet hier. Op naar de volgende plek. Snoeken is zoeken, en dat gaat zéker op voor dit water met al zijn hoeken, gaten en plantenbedden. Ik kom bij een kruising van drie flinke sloten aan. De kant waar ik sta is behoorlijk vrij van riet, en aan de overkant staat een brede rietkraag. Het inmiddels verkleurende riet staat een beetje treurig en geknakt en ietwat troosteloos langs de oever. Een vijftal pluimen ligt in het water waartegen de nodige plantenresten gewaaid zijn, en zodoende is er een flinke plak planten aan het oppervlak gecreëerd. Het zou me verbazen als dáár geen snoek onder lag, maar we gaat het zien. Het beetje wind uit het zuiden is inmiddels wat sterker geworden, en veroorzaakt een kabbel op het water. En dat is juist wat ik nodig heb! Een meter of zeven voor het plantenplakkaat drop ik het spul te water, en wel zó dat de hele handel op een circa vijftig centimeter afstand langs de planten gaat.. De wind doet het werk. Langzaam maar zeker bereikt de dobber het plantenbed. De spanning stijgt, en ik verlies alles geen moment uit het oog. Iedereen die doodaast kent dat gevoel: hartslag stijgt, de zenuwen en zintuigen tot het uiterste gespannen. Je vóélt als het ware wat er gaat gebeuren! En dat gebeurt ook. Tweederde van het plantenbed is de dobber voorbij, en de dobber schiet weg. Ik zie hem onder water ongeveer nog een meter gaan, en ik besluit de haak te zetten. Ik wil immers voorkomen dat de vis onder dat plakkaat verdwijnt. Precies op het moment dat ik vastsla, golft het plakkaat en de vis gaat met grote snelheid het midden van de singel op, slaat een haak en gaat wat schuim produceren aan het oppervlak. Springt zelfs een keer flink kopschuddend het water uit. De vis is niet bijzonder groot, maar gewoon het formaat wat hier goed vertegenwoordigd is. Betrekkelijk snel geeft de vis zich over, glijdt het net in en ik til de vis op de kant de mat op. Een prachtig getekend snoekje van 74 cm in een uitstekende conditie! Snel schiet ik wat plaatjes en laat de vis terugglijden het water in.

Krijn van Urk knielt buiten, trots een grote vis vasthoudend die hij heeft gevangen tijdens het snoekvissen. Met een blauwe pet, bril, een donkergroen jasje en een camouflagebroek belichaamt hij de geest van een fervent visser.
Kip ik heb je! Deze lag onder een plantenplakkaat te loeren op prooi!

EEN HENGEL MET EEN VERHAAL

Terwijl ik naar alweer de laatste stek voor vandaag rij, kom ik even terug op die Hardy stok. Die Avon heb ik, samen met een Benelux Zander, al in mijn bezit sinds mijn zestiende jaar. Ik heb ze destijds van mijn vader gekregen, want hij viste er niet meer mee. Ik had voor de verandering een keer een gigantisch goed overgangsrapport op school, dus ik kreeg als beloning die hengels. Ze zijn van glasvezel, handgebouwd en de actie en kwaliteit zijn zonder meer uitzonderlijk te noemen! Inmiddels ben ik alweer 55, en gebruik ik ze nog veel. Jaarlijks een lakje, en af en toe het kurk een beetje opschuren zorgt ervoor dat ze nog in exact dezelfde conditie zijn als toen pa ze in 1976 kocht. En juist die Avon leent zich voor dit werk! Een snoekje van 60 centimeter kan zich aan deze stok volledig tonen wat ie waard is. En ja ik weet heus wel dat er nu collega-vissers zijn die denken: ‘is dat snoek? Kom nou!’. Luister heel even als je wilt. Snoekjes van dit formaat aan deze hengel is een feest om te drillen! Dat buigt, dat veert en wil ook nog eens door de slip gaan. En dan heb ik machtig veel plezier! Precies hetzelfde als ik met mijn 2,75lb stokken in de haven een forse meterplusvis sta te drillen. Dat materiaal daar is ervoor gemaakt, en moet daar ook ingezet worden. Maar de verhoudingen zijn exact hetzelfde en de sport blijft gelijk, en daar gaat het tenslotte om. Je wilt het maximale plezier uit je vangst halen. Je vist uiteindelijk niet voor je verdriet, en het is ook geen aangenomen werk.

Een vislijn met een dobber drijft op het kalme wateroppervlak en weerspiegelt het omringende riet en gebladerte. Een tafereel dat doet denken aan de snoekvissenavonturen van Krijn van Urk.
Licht, maar kwalitatief materiaal: je vist immers voor je plezier!

PURE VOLDOENING!

Ik heb inmiddels mijn spulletje uitgeworpen op de derde stek. Weer bij een soortgelijke brug, maar met dit verschil dat er hier een stuwtje onder ligt. De dobber gaat zachtjes met de stroom mee, keert na zo’n vijftien meter met een keerstroompje terug, en zo gaat dat een tijdje totdat met een woeste klap het hele zaakje de diepte ingaat! In een flits heb ik de hengel ter hand genomen, en zet de haak. Dit is zo te voelen een vis van een flinker formaat! Stevig kopschudden zorgt voor flinke klappen op de hengel en de vis scheurt een meter of tien lijn van de molen. De Hardy buigt tot in het kurk, en vangt het gebrek aan rek in de gevlochten lijn volkomen op. Niets wordt geforceerd, alles wordt rustig uitgedrild. Na een minuut of drie draait de vis zich op zijn zijde, en glijdt zo het net in. Net wat ik al dacht: het is een flinke vis. De meetlat geeft 94 centimeter aan, en het is een plaatje van een vis! Het herfstzonnetje zet de kleurenpracht en schoonheid van de snoek compleet in lichterlaaie, en ik heb gewoon moeite om mijn ogen af te wenden omdat de nodige handelingen verricht moeten worden. Plaatjes schieten en de vis kan terug. Ik ondersteun de vis, en kijk met bewondering naar de grote kieuwdeksels die langzaam op en neergaan terwijl de vis bijkomt. Dan plots met een staartslag schiet ze uit mijn hand en is weg. Voldoening. Pure voldoening van dit vruchtbare uurtje! Het is aan te raden. Laat die batterij doodaasspullen een keer thuis, en ga zo licht bepakt en bezakt met de fiets eens op pad. Het loont altijd de moeite. Ik ga naar huis, zo lekker eten. Houtkachel aan en dan komen we de avond wel weer door. Tot de volgende keer en dank voor het lezen!

Persoon knielt bij een rivier, draagt outdoorkleding en houdt een grote vis vast. Op de achtergrond zijn een brug en huizen te zien.
Veel succes! Het is verslavender dan je denkt!

Home

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie