Een dagje doodaasvissen vanuit de boot, vol mooie vangsten!
Onze vaste gastauteur Krijn van Urk stapte bij vismaat Leo aan boord voor een dagje snoeken met dood aas. Het werd een succesvolle dag! Lees hieronder snel verder!
De feestdagen zijn alweer even achter de rug, de drukte van privé en werk ook dus een en ander geeft mij weer eens de gelegenheid om een mooi visavontuur toe te vertrouwen aan ‘het papier’. Afgelopen dinsdag 14 januari, een dag voor mijn verjaardag, met één van mijn beste vismaten Leo afgesproken om te gaan doodazen vanuit de boot. Zijn boot. De stek die we aan gaan doen kenden we al en ziet er veelbelovend uit. Daarover straks meer. 14 januari s’morgens om 09.15 uur. Het is windstil, mistig en koud. Erg koud. Waterkoud. En dat is volgens mij de gemeenste kou die er bestaat. Ik heb er sowieso een bloedhekel aan, ofschoon ik er best tegenkan. Maar ik hou er niet van.
Tekst en foto’s: Krijn van Urk.
Dat terzijde komen we aan bij de trailerhelling. Die ligt in een soort van havenkommetje, en dat ligt vol met…. IJs! De vaart is wel volledig open maar omdat dit haventje volledig beschut ligt zijn circa drie nachten met twee graadjes vorst voldoende om het dicht te leggen met een ijsvloer. Dat wordt toch een uitdaging want het ijs is dikker dan verwacht,zo’n anderhalve centimeter. Rustig rijdt Leo de trailer achteruit, het ijs breekt en knapt maar de boot ligt erin. Ik ga op de boeg zitten met de prikstok om het ijs stuk te beuken en Leo vaart rustig vooruit. Dat lukt. Krijg het er zelfs warm van in mn pak. Tja, je moet tenslotte ook wat over hebben voor een vissessie nietwaar, en wij zijn er gek genoeg voor. Onze geslaagde ijsbreekmissie geeft uiteraard weer volop gelegenheid tot een hoop gelach en opmerkingen over en weer maar dat is bij ons altijd vaste prik. Dat is een vast maar onmisbaar onderdeel bij onze visavonturen. Maar… We hebben open water bereikt! Leo geeft een dot gas en snel koersen we naar de stek, die gelukkig niet ver is want in een boot die vaart maakt krijg je werkelijk een steenkouwe harses.
VOLG DE FUTEN!
We zijn er. Langs de vaart ligt een zijhaventje, vol met oude Hollandse schepen die verbouwd zijn tot woonschepen. Met hun kont liggen ze naar de vaart toe, en waar we al op hoopten zagen we ook: erg veel aalscholvers en futen. Dat kan maar één ding betekenen: vis. En veel ook. We gaan achter de schuiten liggen en Leo zet de fronttroller op ankeren. Op de fishfinder zien we inderdaad veel vis en ook de overbekende ‘banaantjes’ tegen de bodem. Dat ziet er prima uit! Snel maken we onze hengels in orde. De dieptemeter vertelt ons dat we ongeveer 2,5 meter water onder de boot hebben dus we zetten de dobber op een diepte van circa 2,20 meter. We gebruiken in de boot wat kortere hengels , 15-grams slanke dobbers en een 70 centimeter lange fluorocarbon onderlijn van 80/00 millimeter. Een dreg maatje 3 maakt de zaak compleet, en aldus perfect afgestelde ‘wapens’. Als aasvissen hebben we verse voorns en verse horsmakrelen van ongeveer vijftien centimeter lang. Die maat ervaren wij als ideaal. En waarom? Een snoek van een beetje formaat schuift daar zó overheen, en je kan vrijwel altijd direct slaan. Daar houden wij van. Negen van de tien keer zit de vis dan mooi voorin gehaakt, en kan er snel gehandeld worden. Een absolute pré voor ons.
SNEL HANDELEN
Vergeet niet: snoek is en blijft kwetsbaar, zeker de grote vissen. Jazeker ze zijn sterk. Maar ze hebben -ook in de winter- gauw last van stress en zuurstofgebrek. Snel handelen in alles is dus noodzaak. Bij ons is onthaken, meten en op de foto zetten binnen de anderhalve minuut gebeurd. Alles ligt dan ook klaar voor het grijpen. Nog te vaak zie je foto’s voorbijkomen waarbij de staart en vinnen helemaal rood zijn. Dan is er eenvoudigweg veel te lang gesold met de vis. En met name grote snoek kan daar een enorme opdonder van krijgen, ook al zwemt ze na de vangst direct weg. Hoe langer een snoek ‘bij moet komen’ na het terugzetten, hoe slechter het in feite is. Denk daaraan als je een snoek binnenhebt. Handel vlot en snel, schiet in no time wat plaatjes en dan snel terug. Goed. We hebben de dobbers op diepte gezet. Dreg voorzien van aasvis en ingeworpen. We gaan zitten. En gelijk is daar weer die ondefineerbare spanning. Spanning die uitgaat van die twee felrode kopjes boven water. Je weet dat er grove vis rondschuift daar beneden. Je weet dat elk moment ‘het’ kan gebeuren. Dat maakt het doodazen onder de dobber by far de spannendste manier van snoekvissen in mijn ogen. Dat maakt het eigenlijk ook verslavend. Prettig verslavend. Want weer of geen weer: de snoek roept! En dan ga je. Goddank hebben ze uitstekende warmtepakken uitgevonden en die maken dat je ook geen centje last van de kou hebt. Goede hoge schoenen voorkomen dat je kouwe tenen krijgt, en omdat je nauwelijks werpt kunnen de handschoenen aan. Tenminste, ík doe dat. Want helaas heb ik erg gauw last van kouwe vingers. Altijd al gehad. Van mijn moeder geërfd. En dat is soms best wel eens lastig als je favoriete visserij hoofdzakelijk in herfst en winter plaatsvindt.
PLOEP!
We zitten inmiddels een half uurtje. Lullen gezellig met een bakkie koffie erbij. Hebben het samen ook even over de hondensport, want Leo en ik hebben dat jarenlang gedaan en zijn beiden oud pakwerkers. Dus dat geeft altijd aanleiding tot gesprekken en herinneringen ophalen. We kennen elkaar dan ook al lang. Maar desondanks zou ik eigenlijk wel willen dat er iets gaat gebeuren. De dobbers driften zeer langzaam door het zwakke windje langs de boten. En dan ineens: ploep, mijn dobber weg! Nog flauw zie ik hem onder water snel wegschieten. De hengel had ik al ter hand genomen en met een stevige haal zet ik de haak. Aan de aanbeet had ik al gezien dat de vis niet zo groot was, en ook aan de weerstand voel ik dat. Desondanks is de vis toch erg sterk. De hengel wordt in een verrukkelijke bocht getrokken, en zelfs de slip moet even aan het werk. Rustig dril ik de vis aan het oppervlak verder totdat ik ze middels de kieuwgreep kan pakken. Een prachtig getekend snoekje van zo’n zeventig centimeter. De haak zit voorin het bekkie, de weerhaken zijn platgeknepen (doe ik overigens altijd), dus de haak is er zo uit. Leo schiet gauw twee plaatjes, en de vis kan terug. Snel schiet ze de diepte weer in. De kop is eraf! Even een boks, sigaartje opsteken (daar hou ik nou eenmaal van), nieuwe aasvis eraan en hup, verder vissen!
PUUR GENIETEN
Ondertussen genieten we van het leven op het water. De meerkoeten zijn al weer hevig aan het ruziën om territoria of partners, en verderop zien we twee baltsende futen. En er is niets mooiers om dát eens mee te maken! Een complete balletvoorstelling en alles synchroon. We horen diverse soorten eenden overvliegen en een azuurblauw pijltje dat over het water scheert vertelt ons dat een ijsvogeltje langskomt. En dat is dus allemaal genieten op zo’n dag. Dan hoor ik Leo rustig zeggen: ‘Krijn,ik heb beet! Kijk maar!’. En inderdaad, heel rustig zakt Leo’s dobber weg. Leo bedenkt zich geen moment en zet direct de haak. Zoals ik bij de aanbeet al vermoedde: dit is een forse vis. Een totaal ander kaliber dan die van mij zonet. De vis blijft diep. Af en toe kopschudden wat zich vertaalt naar een paar formidabele dreunen op Leo’s hengel. De molenslip protesteert hevig als de vis lijn neemt, de vaart op. Kalm maar resoluut drilt Leo de vis. Voorkomt dat ze onder de boot zwemt en na nog twee minuten verzet geeft ze er compleet de brui aan. Ook Leo pakt de vis in de kieuw, en tilt haar aan boord. Een grote vis met een enorme buik. Prachtig gekleurd en de kop is werkelijk kolossaal. De haak zit aan de zijkant in de bek en is er zo uit. Snel meten, en Leo’s eerste metervis dit jaar is een feit: de lat wijst 1,05 meter aan! Gauw wat plaatjes schieten en de vis kan terug. Dikke box, lachen en de plaatjes bekijken. Leo had zijn hengel inmiddels alweer beaasd.
KERNGEZONDE VISSEN
Twee minuten later kijk ik even op en zie dat Leo’s dobber weer weg is! ‘Leo, je dobber is pleite!’ roep ik. Leo draait de lijn strak en slaat vast. Weer een stevige vis zo te zien. Hengel krom tot het handvat. ‘Ga je lekker Bruine Baas?’ roep ik lachend (Leo is indo). ‘Jazeker gap, gaat heul best!’ roept hij lachend terug. Ook deze vis komt langszij en snel grijpt Leo de vis. 95 centimeter geeft de lat aan en wat vooral opvalt zijn de enorme tanden in de onderkaak van de vis. Ook weer een kerngezonde dikke vis. Hetzelfde ritueel van plaatjes schieten en de vis gaat retour. Met een klap schiet de vis weg om te laten zien hoeveel energie ze nog heeft. Dan gebeurt er een half uurtje niets. Even een broodje eten en wat koffie. Hete koffie is een weldaad als je stilzit in koud weer! Dan zie ik dat tussen een hap brood en een slok koffie in mijn dobber ineens weg is! Ik zie de lijn strak lopen, en snel zet ik de haak. Ook een goeie vis, dat voel ik. Stevig gebok in de diepte, hengel hoepeltjekrom en de slip van de molen moet aan de bak. Rustig dril ik de vis uit. Laat maar uitrazen in het water. Dan komt ze boven, ik pak haar in de kieuw en til haar het water uit. Een klokgave prachtig gekleurde vis van circa 80 centimeter. Er ontbreekt werkelijk geen schub, en een bleek winterzonnetje maakt er een onvergetelijke kleurenpracht van. Wat zijn het toch prachtige vissen! Het grote glanzend bruine oog kijkt me ietwat verwijtend aan. Snel onthaak ik de vis en terwijl Leo plaatjes schiet kijk ik bewonderend naar de vis. Iedere keer als ik een snoek in mn handen heb kijk ik er vol bewondering naar.. Maar… Geen gezeur verder, vis terug en doorvissen. Nauwelijks heb ik de vis teruggezet en zie ik Leo met een zeer kromme hengel staan! Die had er warempel ook één opgekregen! Deze vis is kleiner, komt vlugger naar boven en is sneller binnen. Ook weer een prachtig getekend zeventigertje.
TYPISCH
Op een plek van zo’n veertig vierkante meter vijf vissen! De kleinere overduidelijk mannetjes en de twee grote vrouwtjes. Het ligt dus al bij elkaar. Dat geeft te denken. Maar ja, met de huidige ‘winters’ gaat het allemaal veel sneller tegenwoordig. Ook gezien de vooruitzichten wat betreft het weer zal ook dit jaar de snoek weer snel de paai ingaan. Het zij zo. We vissen daarna nog op een paar andere plekken maar er komt niets meer op het tableau. Geeft niet. We hebben vijf prachtige vissen gescoord, en daarmee heeft deze ochtend een dikke gouden rand gekregen. We varen richting trailerhelling. Het is mooi geweest. Huis toe, naar de warmte. We geven elkaar een big hug en de afspraak voor de volgende vistocht staat inmiddels al weer. Zeer voldaan rij ik naar huis. Het was een fijne dag zo! Vooral omdat het harde werken in kou, weer en wind goed beloond werd. Volgende keer weer. Leo bedankt gap, voor de tocht, het lachen en de gezelligheid. Ondertussen vingen wij ons visje wel. Tot de volgende keer!