Bij het slepend vissen hang je vanaf een varende boot een of meer kunstaasjes in het kielzog, en hou je daarbij de juiste snelheid aan om het kunstaas perfect te laten lopen. Dit kan een bijzonder effectieve manier van vissen zijn, omdat je hiermee veruit het meeste water kunt afvissen op een dag. Voor deze visserij worden vaak pluggen, shad of de grotere softbaits gebruikt, al dan niet in combinatie met zogenaamde planerboards om de gesleepte kunstaasjes verder naar buiten te laten zwemmen. Bij het slepend vissen, ook wel trollen genoemd, haakt de vis zichzelf door de massa en snelheid van de boot. Aanslaan is dus vaak niet nodig. Op structuurrijk water, zoals bijvoorbeeld rivieren is een sonarsysteem met goede waterkaart hiervoor onmisbaar. Met deze apparatuur kun je perfect de structuren onder water, zoals bijvoorbeeld taluds af slepen. Hier houdt de roofvis zich immers het liefste op.