De baars (Perca Fluviatalis) is onze meest voorkomende roofvis. Duidelijk herkenbaar aan zijn knalrode vinnen, zijn zwarte strepen en zijn kenmerkende “hanenkam” kom je deze rover in werkelijk vrijwel elk water tegen. De baars bereikt een maximaal formaat van ruim vijftig centimeter, maar dit soort exemplaren kom je alleen op de grootste wateren tegen. Denk aan het Haringvliet, Hollands Diep en in en rondom de Biesbosch. Op kleinere wateren zal het gemiddelde formaat zelden boven de 25-30 centimeter uitkomen. De baars, en dan met name de kleine tot middelgrote exemplaren, is een typische scholenvis. Als je er dus eentje hebt gevonden, kun je ervan uitgaan dat er meer zitten. Alleen de allergrootste exemplaren worden uiteindelijk solitair, net als bij de snoekbaars. De baars voedt zich met kleinere vis, kreeftjes en andere bodemdieren. Doordat de baars op vrijwel elk water in Nederland voorkomt, is dit de makkelijkst te vangen roofvis.