Robert Schneider slaat de spijker op de kop! Een prachtig opiniestuk dat elke sportvisser aangaat!

Soms kom je een tekst tegen die zó goed is, dat je er als redacteur niets meer aan toe te voegen hebt. Dit is er zo één. Lees snel verder!

Die prachtige herinneringen die je aan de waterkant maakt zijn met niets te vergelijken!

Terwijl ik even mijn dagelijkse rondje over de socials doe kom ik een tekst tegen die wordt gerepost door Lesley Luijer. Het betreft een tekst van fanatiek (karper-) visser Robert Schneider, en deze tekst raakt me compleet! Het is een volledig terechte aanklacht tegen de hypocrisie van de Partij voor de Dieren, gelardeerd met rake bijbelcitaten die niet treffender zouden kunnen zijn! Terwijl ik verder lees besef ik dat deze tekst snel zal verdwijnen in de algoritmes van de platforms, en daarvoor vind ik deze bijdrage te waardevol. Ik besluit Robert een bericht te sturen met de vraag of ik zijn tekst integraal mag publiceren op dit platform, zodat deze niet verloren zal gaan. En gelukkig mocht dat! Ik geef dus nu het woord aan Robert!

Tekst: Robert Schneider, foto’s: Viswereld.

De Partij voor de Dieren wenst de hengelsport te verbieden. De PvdD brengt haar standpunten inzake de hengelsport maar al te graag onder de aandacht met gebruikmaking van het beperkte inzicht in de materie bij niet-vissend Nederland, zodat onwetenden komen tot een snel, maar weinig afgewogen oordeel. Dit in combinatie met een scheut goedkoop sentiment en een emmer selectieve verontwaardiging. Misschien moeten we een en ander wat in perspectief proberen te plaatsen. Maar eerst wat definities: Hengelsport heeft niets met sport te maken, het is slechts een duiding om verschil te maken tussen hengelen omwille van het hengelen, of vissen voor het beroep met alle denkbare middelen voor economisch gewin. Sport is sport. Jagen is jagen en hengelen is hengelen. Vissen en hengelen zijn dus niet gelijk.

Vissen en hengelen zijn níet hetzelfde!

JIJ-BAKKEN

Met het gevraagde verbod op hengelen lokt de Pvdd met haar sympathisanten vanzelfsprekend een aantal reacties uit, die ze vervolgens ongenuanceerd noemt, dat wordt dan helaas al snel een beetje jij-bakken. Over en weer simpele verwijten, vaak met schelden. Dat schiet niet echt op; we zouden er beter aan doen een lans te breken voor elkaars kwaliteiten. Dan moet er gezegd worden dat het bestaan van de PvdD wel degelijk een doel en nut heeft: het verbeteren van leefomstandigheden van dieren. Met name die dieren, die gehouden en gekweekt worden voor menselijke consumptie. Laten we zeggen: humaan omgaan met dieren, al schijnt dat een contradictio in terminis te zijn. Toch zou het dan ook zo moeten zijn, dat er alternatieven in de vorm van oplossingen aangeboden moeten worden. En vaak blijkt juist die noodzakelijke nuance bij one-issue partijen als de PvdD dan te ontbreken: Wel het benoemen, niet het oplossen. Dat kennen we ook van anderen. Een scheut demagogie vermengd met een paar liter populisme. Dat is makkelijk scoren bij hen die niet gewend zijn wat verstand te gebruiken.

Voedsel of passie? Jij mag het zeggen!

VAN VOEDSEL NAAR PASSIE

Kijk, het voeden van meer dan zes miljard mensen is geen sinecure onder de huidige structuur van samenleven. Ieder z’n eigen scharrelkip in z’n achtertuin is na Adam en Eva en de grote “Gaat heen en vermenigvuldigt u” actie van kereltje God geen reëel beeld meer van de werkelijkheid, en vindt men alleen nog in sprookjes. Het is eerder een toonbeeld van naïviteit. Het getuigt van weinig rationeel inzicht, noch van enige vorm van pragmatisch denken. Omdat juist die omvangrijke barrières aangaande het gebruik van dieren ten faveure van de mensheid wat lastiger te slechten zijn en voor de PvdD op empirische gronden niet langer realiseerbaar, laat staan dat ze met haalbare en zinvolle oplossingen komt, is het voor de PvdD gemakkelijker om wat te gaan schoppen tegen zoiets relatief onschuldigs als die hengelsport. Waarmee men aldoende alsnog het eigen bestaansrecht meent te moeten bewijzen. Men camoufleert daarmee feitelijk het eigen onvermogen om voor de meer wezenlijke problemen een oplossing te bieden. Daarnaast is de PvdD niet bijster goed in het benoemen van de meer essentiële problemen. In principe is dat vingerwijzen naar de hengelsport dus een demasqué van het eigen falen, een soort naar beneden schoppen, want naar boven lukt niet. Gemakshalve wordt vergeten dat het juist de georganiseerde hengelsport is, die grote problemen aangaande de (inter-) nationale visstand keer op keer wel op de kaart weet te zetten en zeker kan benoemen waar de PvdD jammerlijk faalt.

Wij zijn de hoeders van de visstand!

WEGKIJKEN WANNEER HET TELT

Je hoort mevrouw Thieme niet snel over miljoenen afgeknipte vinnen bij haaien, noch iets over kilometers lange drijfnetten of vijftig kilometer lange lijnvisserij, niet over het decimeren met wel 90% van de populatie van grote vissen in de wereldzeeën in de afgelopen dertig jaar, niet over de verschrikkelijke beroepsvissers als Parlevliet & van der Plas uit Katwijk met hun gigantische trawlers als fabrieksschepen -140 meter lang!- die zelfs in Australië de toegang ontzegd worden wegens de verwachte toe te brengen schade aan het milieu. Niet over de vernietigende bijvangsten, of eenvoudig het overboord zetten van al dode, maar wel goede vangst, want er wordt nog beter verwacht.. Nooit hoorde ik mevrouw Ouwehand over de teloorgang van de schol/tong/gul/stand op de Noordzee. Noch over de beroepsmatige overbevissing van ons binnenwater. Nooit hoor ik mevrouw Thieme over het leegvangen van een water als het IJsselmeer, door die mooie ambachtelijke beroepsbinnenvisserij, niet over de teruglopende visstand op de grote rivieren, die ooit vloeibare gifbelten waren, nooit over het merkwaardige visserij beleid van Rijkswaterstaat of het gebrekkig optreden van de Nederlandse regering, die al die beroepsvisserijen met honderden miljoenen subsidieerden. Noch over het krankzinnige quota beleid van de EU (Brussel). Of het verkwanselen van die quota ten koste van landen als Mauretanië. Zeker geen gewin bij te halen? Ver van het bed show, want te lastig?

Zoveel minder grote vissen!

LEKKER SCHOPPEN MAAR!

Dus dan maar schoppen tegen de hengelsport in Nederland, om zo het eigen bestaan te rechtvaardigen. Maar nader beschouwt blijkt men wat dubbelhartig in het publieke optreden: In de documentaire over dat aangespoelde halflijk, potvis ‘Johannes’ kun je zien wat er gebeurt wanneer de vermeende zieligheid van de latere ‘Johanna’ gedramatiseerd wordt: er is plotseling publiciteit mogelijk, dus ook vermeend electoraal voordeel te halen voor de PvdD: goedkope politieke sier. Voor het overig was die domme potvis (terecht) oninteressant want dat incidenteel stranden van oceaanreuzen in Nederland gebeurt namelijk al eeuwen, niets nieuws onder de zon, maar dat weten de meeste mensen -gelukkig voor de PvdD- niet. Handig! Nu nog een bergje sentiment erbij! Dat gaat dus al aardig lijken op demagogie. Maar dat sterven van dat beest had iets te maken met Darwin, mevrouw Thieme. Survival of the fittest. En om u even voor te lichten: dat betekent niet: ‘de fitste’, maar: ‘de meest geschikte’. Binnen die geschetste kaders eigenlijk ook vreemd dat we u nooit hoorden over het terugzetten van vermeend zielige zeehonden en of hun huilers door Lenie t Hart. Zwakke dieren redden en terugzetten betekent een populatie verzwakken. Ook dat is Darwin, zelfs een beetje zichzelf respecterend God kan zich dat bedenken. Maar dierenbeschermers met voorliefde voor lieve kraaloogjes niet. Maar ach, wanneer de bijbel je richtlijn is, is toch alles voorbeschikt? Eigenlijk hoef je je dan ook nergens maar iets gelegen aan te laten liggen, wanneer je althans een beetje consequent bent in je geloof. Daar gingen een paar honderd jaar geleden de Gomaristen en Armenianen al over. Dan mag je dus ook een beetje wild om je heen slaan? De verantwoording komt later, eigenaardig dat je je dan toch zo druk maakt over iets triviaals als de hengelsport.

Een door God gegeven rijkdom!

DE BIJBEL GEEFT RAAD

Trouwens, wel eens een sprinkhaan in de scherpe oogjes gekeken? Daar rept de bijbel al over, die noemt ze in Exodus 10:4-20. Schatjes zijn het, wat ik u brom. Zeg maar landgarnalen. Maar die lieve sprinkhaan mag d’r zeker ook niet an? Want uiteindelijk zijn het, net als alle insecten, ook miniatuur wereldwondertjes en wel degelijk God’s eigen schitterende schepseltjes in het klein. Ze zouden zomaar een wezenlijk deel van het wereldvoedselprobleem kunnen oplossen. Er zijn er genoeg. Of proeven we hier een beetje selectieve verontwaardiging?Het toedichten van menselijke eigenschappen aan dieren is een van de tekortkomingen van goedbedoelende, maar weinig realistische dierenbeschermers. Wanneer diezelfde mensen door redeneren zwemmen vissen eigenlijk in hun eigen tranen, zoveel leed is die arme visjes aangedaan. Maar een weldenkend mens begrijpt dat dat iets bezijden de waarheid is. Net zozeer als dat het begrip “pijn” en de reactie van een dier daarop, fundamenteel anders is, dan dat mensen dat ervaren. Volgens de redenatie van de Pvdd en haar aanhang, met hun aangepaste versie van pijn voor het eigenbelang, zou eigenlijk alle beroepsvisserij verboden moeten worden. Dat is althans de consequentie van het eigen redeneren, maar sterker: Door redenerend met de maatstaven van de PvdD, cq. Marianne Thieme, was Jezus dus eigenlijk ook een dierenbeul.

Dierenbeul of voorvechter?

DE ECHTE GENESIS

Nergens in die Genesis van mevrouw Thieme wordt er gerept over het scheppen van ‘ongedierte’. Want het zijn allemaal God’s eigen schepseltjes. Vlees eten kan binnen de beleving van Thieme dus ook echt niet. Trouwens, elders in die bijbel volgen nog wat kooklessen, maar die zijn meer bedoelt voor de fijnproevers onder de enthousiaste gelovigen. Vreemd dat die instructies toch op het gebruik van dieren is toegesneden. Volgens de uiterste consequentie van de Pvdd in hun redenering heeft ook een teek recht op een fijn leven. Of een vlo. Ook al zitten ze op hond, of mens. De aaibaarheidsfactor speelt in het denken van ‘dierenvrienden’ een bijzonder grote rol. Het is weer die selectieve verontwaardiging die opdoemt. Veel van boven genoemde zaken, zeker aangaande het wel en wee van onze visstand, zijn bij uitstek het domein van de betrokken sportvisser: juist in veel westerse landen zijn het de sportvissers die als eerste de misstanden in het natuurbeleid van de mensheid constateren en er gewag van maken. Je zou ze klokkenluiders kunnen noemen. Dat doen sportvissers al ver voor de geboorte van mevrouw Thieme cs. Sterker: dat doen ze al sinds mensenheugenis. Zeker de moderne sportvisser verdiept zich niet alleen in het hoe-een-vis-te-vangen, maar juist ook in de kennis van het leefmilieu van die vis. En de daarbij behorende randvoorwaarden. Dat wordt deel van die hobby. Niet eens weinigen gaan zover dat ze al hun vrije tijd besteden (cursussen) aan al wat er komt kijken bij een gezond milieu en visstandsbeheer. In Nederland heeft de sportvisserij zich in het bijzonder, goed georganiseerd.Onze binnenwateren, maar zelfs ook het zoute, worden ahw. constant gemonitord door honderdduizenden. En dat is een groot goed. Want er is nog iets bijzonders met die moderne sportvisser: niet alleen zijn die hengelaars in het bijzonder betrokken bij het natuurbeheer en bijbehorend beleid; die sportvisserij kent al sinds jaar en dag een sterk zelfreinigend vermogen. Misstanden worden publiekelijk besproken en verbeterd. Sportvissers leggen zichzelf regels op aangaande het omgaan met vis en de omgeving. Er is sprake van voortschrijdend inzicht: de hengelaar verbeterd zichzelf. En dat is volstrekt uniek te noemen. Natuurlijk zijn er excessen in de hengelsport, zoals je die in alle geledingen van de maatschappij, op ieder gebied, terug kan vinden. Maar die excessen tot norm verheffen, waar de Pvdd zo goed in is, doet ten onrechte afbreuk aan de grote betrokkenheid van de gemiddelde sportvisser bij die te beschermen natuur. Het bewaken van de kwaliteit van een water en met zo min mogelijk schade eenmaal gevangen vis terugzetten is voor die hengelaar immers de beste garantie op continuiteit van zijn natuurbeleving, incluis het hengelen. De kwaliteit van de visstand met het noodzakelijke bijbehorende milieu in Nederland, wordt zo goed en zo kwaad als dat kan, in stand gehouden door diezelfde door de PvdD zo verfoeide hengelaars. Niet door de beroepsvisserij. Niet door de politiek. Niet door de PvdD. Maar door hengelaars. Die elkaar en de belangstellende jeugd opvoeden. In het belang van die visstand in het belang van ons milieu.

De eenvoudige man in zijn element

OGEN EN OREN OP HET WATER

De eenvoudige man, die aan het water zat, die zijn vereniging belt, met de melding dat het niet goed gaat op ‘zijn’ watertje. De fanatieke visser die opmerkt dat de visstand door de jaren heen veranderd is. De man die in z’n vrije tijd cursussen volgt over visstandbeheer en waterkwaliteit, die deelneemt en zich bemoeit met beslissingen die van hogerhand zonder kennis van zaken genomen worden. Met alle consequenties voor diezelfde visstand. Die man moet je koesteren. Op de lokale watertjes zijn het niemand anders dan de hengelaars van een vereniging die vuil rapen, het wegbrengen naar de vuilnisbelt, of een mooi lokaal riviertje helpen onderhouden. Beetje apart dat er dan nooit mensen van de Pvdd of dierenbescherming bij zijn. Laatst is er nog eens aan de bel getrokken, toen er een vreemd soort vervuiling van het water dreigde. ‘Gelukkig zijn er nog betrokken mensen’, aldus de reactie van de waterbeheerder, die direct een onderzoek instelde.

Sportvissers? Je kunt er maar beter zuinig op zijn..

Sportvissers? Je kunt er maar beter zuinig op zijn! Dank Robert voor dit geweldige opiniestuk!

Home

Vergelijkbare berichten