Met de neus in de boter! Krijn en Leo gaan op jacht naar dikke snoek!

De aasvis schoolt samen, het water wordt weer rustig na een drukke zomer: tijd om weer met doodaas aan de slag te gaan! Krijn van Urk en vismaat Leo gingen op avontuur!

Vol spanning afwachten wat zich aandient!

Het is al weer even geleden dat er een stukje van mij kwam, mijn excuses daarvoor. Maar er zat én een mooie maar drukke zomer tussen, plus dat mn werk ook nogal wat tijd opeiste. Werk is mooi, maar het kost helaas veel vrije tijd. Maar ja,anders kon ik mn hobby ook niet uitoefenen dus vooruit dan maar.Op het moment dat ik dit schrijf is het inmiddels november. De plassen, vaarten, kanalen en meren zijn verlaten door watersportminnend Nederland. De pleziervaartuigen staan op de kant of liggen in de havens. Verlaten. Alleen klinkt, door de wind op gang gebracht, eenzaam het ‘klang klang klang’ geluid van de stagen en touwen tegen de aluminiummasten der zeilboten. Het water behoort voor enkele maanden weer toe aan het leger roofvisvissers al dan niet met een boot.

Tekst en foto’s: Krijn van Urk.

Zo ook deze ochtend. Afgesproken met mn good old vismaat Leo om vanuit de boot te gaan doodazen op snoek. Spullen zijn in orde gemaakt. Tas met dobbers, dreggen, lood, onderlijnen alsmede uiteraard ook onthaak -en kniptangen. Mat en meetlint én uiteraard de aasvissen. Mooie kakelverse aasvissen, voorns, van circa 15 centimeter. In onze ogen de ideale maat, want een beetje snoek schuift daar zó overheen en je kunt dan gelijk slaan. Bovendien werpt een dergelijk formaat aasvis een stuk prettiger dan één van een centimeter of 30. We hebben, omdat we vanuit de boot vissen, korte maar stevige hengels van 2.40m lengte en circa 60 gram werpgewicht. Voor de plek waar we gaan vissen is dat zwaar zat. Ik arriveer op de afgesproken tijd bij de trailerhelling. Leo heeft de boot er al inliggen. Hij vaart naar de kant, even een hartelijke uitbundige begroeting, spullen aan boord en we varen af. Het weer is heerlijk. Zéker voor eind oktober. Er staat nauwelijks wind, het is zeer zacht en er staat een vriendelijk herfstzonnetje met wat sluierbewolking. We hebben er zin in! Vangdrang! De stek waar we heengaan belooft vrijwel altijd wel vangsten, we vissen er beslist niet voor het eerst. We varen het kanaal op richting de stek. Het is maar een stukkie van 5 minuten. Er liggen een 15 tal oude vrachtschepen, omgebouwd tot woningen, met hun kont naar het kanaal in een insteekhaventje. Er staat zo’n 2,5 meter water en loopt af tot 4 meter. Leo ankert de boot middels de elektromotor, en die houdt de boot keurig op zijn plek. We maken onze hengels in orde. We peilen en stellen onze dobbers zó af dat de aasvissen ongeveer 50 cm boven de bodem hangen. Aasvis bevestigen en het zaakje gaat te water. Daar drijven ze dan. En gelijk is de spanning daar. Wat er van die twee felrode dobbers uitgaat op dat moment, ervaart alleen een doodaasvisser op snoek. We weten dat hier grote vissen rondzwemmen. Vraag blijft echter altijd: staan ze ‘aan’? Het enige wat we kunnen doen is… afwachten.

In het opkomende zonnetje.

MET DE NEUS IN DE BOTER!

Er gaat een goed anderhalf uur voorbij waarin helemaal niets gebeurt. We nemen een broodje, wat koffie en lullen gezellig over het vissen en uiteraard over onze andere passie: de hondenafrichting. Ik kijk richting mijn dobber en besluit opnieuw in te werpen.: ‘Ik gooi even opnieuw in Leo, want het zaakje komt wel erg dicht bij onze boot’. Ik had het nog geen seconde gezegd, had mn hengel al in mijn handen of plotseling, letterlijk met een hoorbare ‘plop’ schiet de dobber weg! ‘Heb er eentje op Leo’ roep ik. Vaag zie ik een halve meter onder water de dobber staan. Ik aarzel geen moment en met een stevige tik zet ik de haak en op het zelfde moment zit ik met een erg kromme hengel in mijn handen, met aan de andere kant van de lijn een zo te voelen erg forse vis. De vis zwemt hard weg, de hengel in een verrukkelijke bocht zettend en de molenslip moet flink aan het werk. De vis neemt een dikke 15 meter lijn, en komt rustig mijn kant weer op om vervolgens te proberen om ónder de boot weg te komen en dat is nou nét niet de bedoeling. De hengel tot de helft in het water houdend zet ik stevig tegendruk. Dat kan meer dan uitstekend met dit spul. Ik ‘pomp’ de vis rustig terug. De snoek begint wat onzeker te worden en begint korte vluchten te maken zoals alle snoek doet wanneer ze een tijdje vastzitten. Rustig breng ik de vis richting oppervlak en wat ik al vermoedde klopt: het is een forse stevige snoek. Langzaam komt ze naast de boot en omdat er twee haakpunten buiten de bek hangen besluit ik de vis met de hand te landen. Als ik het net zou gebruiken bestaat het risico dat als de vis gaat rollen in het net, de haakpunten zich inhaken in het net met als gevolg uitscheuren van de bek en dat risico wil ik absoluut niet lopen. Ik wil de vis pakken maar ze ziet me en zet het nog één keer hard ‘op een lopen’, maar dat was de laatste keer. Ik schuif mijn hand achter het kieuwdeksel en til de vis op. Nog half in het water onthaak ik de vis, en til haar aan boord. Snel meten en ze is exact 1 meter! Snel een paar foto’s maken, en de vis bewonderen voor een paar seconden. Prachtig gekleurd, klokgaaf en met een zware massieve kop. Voorzichtig zet ik haar terug, en om te bewijzen hoe fit ze nog is zwemt ze met een formidabele klap met haar grote staart weg. De spetters zitten op mn bril en gezicht maar dat geeft niet. ‘Tik m af ouwe!’ roept Leo. We geven elkaar een box en gaan even rustig zitten. Foto’s bekijken en voorál nagenieten.

Een volle meter aan puntgave snoek!

EN DE KOEK WAS NOG NIET OP!

Er gaat een drie kwartier voorbij waarin niets gebeurt. Plots, in de buurt van een van die oude schuiten een klap én een zware uitvloeiende kolk. Daar is wat aan het jagen. Ik zeg tegen Leo om zijn spulletje in de buurt te gooien. Zo gezegd zo gedaan, en met een soepel onderhands worpje deponeert hij zijn spullen op de bewuste plek. Spannend! Wat gaat er gebeuren?  Voorlopig helemaal niets en na een kwartier ebt de spanning weg als dikke pap door een vergiet. Ik steek een sigaartje op, en kijk eens rustig om mij heen. Ik geniet van een langsvliegend ijsvogeltje. Het azuurblauw van het vogeltje, niet groter dan een spreeuw vangt het zonlicht, en als een blauw pijltje vliegt hij naar een scheepstouw, en gaat daar ijverig zitten kwetteren alsof alles om hem heen voorál van hem is. Verderop zijn een stel meerkoeten zoals altijd weer met elkaar aan het bakkelijen met een hoop geschreeuw en geplons. Soms lijken die beesten geen andere bezigheid te hebben dan maar vooral zoveel mogelijk kabaal maken maar ja, het schijnt bij hun natuur te horen. De wind is wat meer aangetrokken, en mijn dobber is meer richting midden van het kanaal gedreven. Er zal nu zo’n twee meter water onder de aasvis zitten. Plots zie ik wat leven. De dobber schokt. Heel even maar overduidelijk. Dan nog een keer. Ondertussen heb ik onbewust de hengel ter hand genomen. Dan, zonder enige bombarie, zakt de dobber langzaam weg. Ik roep naar Leo dat ik ‘er weer één op’ heb. Aangezien deze aasvis wat aan de kleinere kant is sla ik direct. Alsof ik vastsla op een brok hout of beton. Seconden lang, die wel minuten lijken te duren, gebeurt er niets. Dan zet ‘iets’ onder water zich in beweging. Rustig maar onverstoorbaar. De hengel diep buigend en een krijsende molenslip bewijst dat opnieuw een grote vis het aas genomen heeft en richting het midden van het kanaal koerst. Een paar zware stoten op de hengel maakt duidelijk dat wat aan de andere kant van de lijn zit het er absoluut niet eens is met de gang van zaken. Ondertussen genieten we alle twee met volle teugen. De vis koerst kalm van links naar rechts, probeert uiteraard ook onder de boot te komen, maar alles wordt rustig gepareerd. Dat kan ook alleen als het materiaal van uitstekende kwaliteit is waar je 100% op kan vertrouwen. Dan komt tenslotte ook deze vis boven. Wat ik al vermoedde klopt. Ook dit is een erg grote stevige vis. Deze kunnen we rustig landen in het net. De snoek zit keurig voorin gehaakt en is zo los. Dan bekijken en kieken de vis. Wat vooral opvalt is het grote stevige lijf, en de vis heeft een buitengewoon zware en brede kop. We meten haar, en ze is 1.04 meter! Twee metersnoeken op een ochtend, en dat gebeurt me niet vaak!  Ik zet haar terug, ondersteun haar en met een lome staartslag verdwijnt ze de diepte weer in. Snotdomme wat een ochtend met deze twee vissen!  Dat is toch iets wat een tijdje blijft hangen.

En nog een 1.04 er achteraan!

OOK LEO VALT IN DE PRIJZEN!

We schuiven een 20 tal meters op en laten opnieuw onze vissen zakken. We pakken nog een half uurtje en dan is het gedaan. ‘Kom op Leo, jij ook nog één!’ roep ik. Leo’s dobber ligt ongeveer een anderhalve meter achter een schuit. Plots uit het niets zakt zn dobber weg. Maar op het moment dat hij wil slaan komt het zaakje boven. Aasvis weg! Ik zeg tegen Leo om er snel een nieuwe aasvis op te zetten en op dezelfde plek terug in te gooien. Hard kans dat ie er nog zit. Zo gezegd zo gedaan. Dobber & vis ligt weer op exact dezelfde plek. Ondertussen is Leo bezig om een hengelstandaard wat aan te draaien, en ik hou zijn spul wel in de gaten. Het duurt nog geen drie minuten voordat ik kan zeggen: ‘Leo, je dobber is weg! Pak hem!’.  Leo draait strak en slaat aan. Hangen! De vis is kleiner, komt sneller los van het diepe en gaat aan het oppervlak nogal wat schuim produceren. Leo pakt de snoek met de hand, en ook deze is zo onthaakt. Een prachtig getekend snoekje van circa 75 centimeter. Allebei vis. Hoewel wij voor elkaar altijd alle vangsten gunnen, en er geen moment van misgunnen is als de een vangt en de ander niets, je vangt ze uiteindelijk toch samen, is het wel erg fijn dat we alle twee vis hebben. Daarvoor ben je vrienden en vis je samen en zo hoort het. Helaas, helaas, aan alles komt onherroepelijk een einde. Zo ook aan deze heerlijke visochtend. Andere bezigheden, waaronder mijn werk roepen. We varen terug naar de trailerhelling en zetten de boot weer op de trailer. Spullen in de auto en nog even nakletsen over deze dag.. Een dag die we al zoveel keer hebben meegemaakt, maar die altijd weer voor gouden herinneringen zorgt. We nemen met een big hug afscheid van elkaar en onder het roepen van: ‘we houden contact gap’ gaat ieder zijns weegs. In de auto zit ik nog na te genieten, en thuis op de bank doe ik nog even een tukkie voordat de werkplicht weer roept. Het was een heel fijne dag en ik hoop dat er dit seizoen nog vele zullen volgen. Dit was Vissen met een grote V! 

Ook Leo mocht vastslaan op een mooie vis!

Home

Vergelijkbare berichten